Voor de aftrek van opleidings- en studiekosten gelden geen bijzondere wettelijke regels. In deze context moet er dus gekeken worden naar de voorwaarden van art. 49 WIB92. Als zelfstandige of vennootschap moet je dus kunnen bewijzen dat deze kosten zijn betaald om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden.
De opleidingskosten (inschrijvingskosten, cursussen,…) in kader van bijscholing zijn voor de fiscus enkel aftrekbaar als er een duidelijk rechtstreeks verband is tussen de opleiding en jouw huidige beroepswerkzaamheid. Een avondcursus volgen voor een activiteit in de lijn van de sector waarin jouw onderneming actief is, vormt dus in principe geen probleem.
Daarentegen worden de kosten van omscholing waarbij je een opleiding volgt om een nieuw beroep te kunnen uitoefenen niet aanvaard als beroepskosten door de fiscus. Zij beschouwt dit immers als uitgaven van persoonlijke aard, aangezien er geen verband kan worden aangetoond met jouw huidige beroepsactiviteit. De rechtspraak sluit zich bij dit standpunt ook aan.
Het komt er dus op neer om een goed onderbouwd dossier aan te leggen ter verantwoording aan de fiscus. Je kan het verband aantonen tussen de cursus en de huidige activiteiten van jouw bedrijf door bijvoorbeeld de opleidingsbrochure en het lesmateriaal te bewaren.